maandag 21 juli 2014

Gelezen: Philippe CLAUDEL : "Alles waar ik spijt van heb"



In zijn roman ‘Quelques-uns des cent regrets’ keert de verteller  na vele jaren terug naar de plaats van zijn jeugd, een stadje in het Noorden van Frankrijk, om zijn moeder te begraven. Gedurende de periode die hij in het plaatselijk hotel, het mortuarium, de kerk en de kleine straatjes van het stadje doorbrengt, keert hij terug naar zijn kinderjaren. Hij denkt terug aan zijn mysterieuze grootouders en aan zijn vader die in een verre oorlog gestorven zou zijn. Maar hij herinnert zich vooral zijn geliefde moeder. Wat bracht hem ertoe haar en zijn geboorteplaats op zijn zestiende te verlaten en nooit meer terug te keren?
“… als schelpdieren zich onder water verwonden, dan maken ze prachtige parels om de wond heen, om die te helen en de pijn te verzachten, vlammende parels, ware schatten die een herinnering in zich dragen, de herinnering aan een wond… Nou, als wij mensen ons pijn doen of iemand anders pijn doen, dan zijn onze parels de dingen waar we spijt van hebben, wij fabriceren schitterende spijt, en in de loop van je leven worden alle dingen waar je spijt van hebt, of je nu prins, schoenmaker of senator bent, opgeschreven in een groot , een geweldig boek met heel veel goud en verluchtingen. Het boek der schulden heet het, ze worden erin opgeschreven en opgeteld, en iedere keer als er iets wordt bijgeschreven waar je spijt van hebt, dan ga je huilen en voel je zelfmedelijden, maar het geeft je ook de kracht om door te gaan tot de volgende keer, en zo verloopt het leven,…, van spijt naar spijt,…, je mag van honderd dingen spijt hebben, niet meer en niet minder,…, en als het honderdste in het grote boek der schulden is opgeschreven, als ze er allemaal met een mooi, rustig, ragfijn handschrift in staan, dan ga je dood! Dan ga je de volgende dag dood… [...] , … en weet je waarom? Je gaat dood omdat je nergens meer spijt van kunt hebben.”
(p 173-174)
Dit zijn de woorden die Claudel in de mond van Jos, de hoteleigenaar, legt en die deze van zijn zwakzinnige oom heeft. De legende trof mij als een prachtige metafoor voor de schat van een verhaal dat ‘Alles waar ik spijt van heb’ is. Sensitief, intimistisch proza dat ‘dicht achter de waarheid der dingen scheert’  en best met mondjesmaat geproefd wordt.
Bericht gevonden op blog Blauwkruikje

- Uitgeverij De Bezige Bij
- 84 pagina's

Geen opmerkingen: